KLIK HIER VOOR INFORMATIE |
GEZONDHEIDSTIPSERVARINGEN EN INZICHTEN |
CLICK HERE FOR |
Mensen die uitermate gezond leven, worden hoogstwaarschijnlijk gemiddeld enkele jaren ouder dan mensen die veel minder gezond leven. Dat is tenminste de verwachting van al die mensen die zo fanatiek streven naar een zo gezond mogelijk leven. En dat zal doorgaans ook best wel uitkomen. Die vóóronderstelling, zal gemiddeld gesproken wel juist blijken te zijn.
Maar er is wel een belangrijke tegenwerping op deze vóóronderstelling, of assumatie, naar voren te brengen. Want door heel erg gezond te leven, heeft men weliswaar wel een goede kans om langer in leven te kunnen blijven. Maar, die extra levensduur krijgt men er dan niet aan de voorkant van zijn leven bij. Maar altijd aan de achterkant ervan. En helaas, de achterkant van een mensenleven is vaak niet de meest plezierige periode van een mensenleven.
Stel dat men op het laatst van zijn leven een chronische ziekte heeft opgelopen. Dan zal men op het laatst van zijn leven, vanwege zijn eerdere gezonde levensstijl, waarschijnlijk een langere ziekteperiode meemaken. En het is dan maar zeer de vraag of dat wel zo aangenaam is.
En als van een getrouwd stel de één heel gezond leeft en de ander duidelijk minder gezond, dan zal diegene die heel gezond leeft, allicht langer in leven blijven. Maar het is dan wel de vraag in hoeverre diegene dan nog van zijn (of van haar) leven zal weten te genieten. Het simpele feit dat men aan het eind van zijn leven allerlei ongunstige levensomstandigheden heeft, maakt het leven er in die levensperiode niet zo fijn op. Men moet zich dan ook gaan afvragen of dat streven naar een betrekkelijk lang leven wel zo verstandig is. In ieder geval niet als men daar in eerste instantie heel veel leuke zaken voor opzij heeft moet zetten. De slogan 'mens durf te leven', maakt wat dat betreft opgang. Het blote feit dat men op het einde van zijn leven vaak zijn/haar partner reeds is komen te missen, maakt het er ook niet gezelliger op voor de ouder wordende mens. Het streven naar een langer leven is dan in eerste instantie wel een verstandig streven geweest, maar het idee dat men daarmee op het eind van zijn leven langer eenzaam en alleen zou komen te zitten, is iets waarop men dan vaak niet zal hebben gerekend. Wat dat betreft 'heeft men dan buiten de waard gerekend'.
De stelling: 'als men lang leeft, heeft men ook meer de gelegenheid om van zijn/haar eventuele kinderen, oftewel om van zijn/haar eventuele kleinkinderen te genieten' wordt in dit verband vaak geproclameerd. Maar pas op: lang niet iedereen die kinderen, dan wel kleinkinderen heeft, weet daarvan ten volste te genieten. De kans dat men van kinderen, dan wel van kleinkinderen zal weten te genieten hangt onder andere voor een groot deel af van de opvoeding welke die kinderen krijgen, ofwel hebben gekregen. Maar dat gezegd hebbende, vaak is men niet in staat om die opvoeding te optimaliseren. Sommige mensen hebben het niet ín zich om de opvoeding beter te doen. En in andere gevallen is men niet gemachtigd om iets aan de opvoeding van kinderen te veranderen. Als de eigen kinderen een strenge opvoeding van hun kinderen vóórstaan, is het niet zo gemakkelijk om de eigen kinderen tot andere gedachten te brengen. Het idee dat kinderen het best op een strenge manier kunnen worden opgevoed, blijkt soms wijdverbreid aanwezig te zijn onder de jonge ouders. Hoeveel pedagogische kennis er ook op wijst dat dat juist niet goed is. En van de andere kant: een wijze van opvoeding die als 'laissez faire' bekend staat, zal ook niet bijdragen aan een lang en gelukkig leven. Niet van de volwassenen; niet van hun kinderen en niet van hun kleinkinderen.
De kans dat men op het laatst van zijn leven disabled raakt, is bijzonder groot. Grote kans dat men in die periode van zijn leven lichamelijk van alles niet meer kan. Dan is het toch wel een vervelend idee dat men in eerste instantie veel levensgenoegens heeft opgeofferd om ooit zo oud te kunnen worden.
Een gezin met jonge kinderen heeft het financieel vaakt niet zo ruim. Terwijl die situatie op oudere leeftijd vaak heel anders is. Ook om die reden heeft het niet zoveel zin om de levenspleziertjes teveel voor zich uit te gaan schuiven. Als men dan toch redenen heeft om te denken dat men wel eens lang zou kunnen gaan leven, dan is het niet onverstandig daar ook op wat jongere leeftijd reeds ten volste van te gaan genieten. Het 'sparen voor de oude dag' is in die omstandigheid niet zondermeer verstandig. Al is het voor de eigen gemoedsrust wel goed om 'een appeltje voor de dorst' achter de hand te houden.